Hand- en polsletsel (orthopedie)

De orthopedische chirurg stelt altijd eerst een diagnose door middel van een grondig onderzoek met indien nodig beeldvorming (radiologie). Op basis van de gestelde diagnose schrijft de gespecialiseerde arts een behandeling voor die kan bestaan uit bijvoorbeeld medicatie en/of kinesitherapie. Op een bepaald moment of bij bepaalde letsels zal een operatie nodig zijn.

De hand en pols bestaan uit verschillende gewrichten. Zij zorgen voor de fijne motoriek en het vastgrijpen en bewerken van voorwerpen. De hand en pols bestaan uit verschillende beentjes die door ligamenten worden samengehouden. Rond de hand en de pols lopen heel wat spieren, pezen en zenuwen. Dit maakt dat we het hier hebben over een erg complex lichaamsonderdeel, opgebouwd uit onderstaande elementen.

Beenderen

Er zijn drie soorten beenderen in de hand en pols:

  • De falangen: 14 in totaal, deze beentjes zitten in de vingers zelf. Iedere vinger heeft er drie, de duim heeft er maar twee.
  • De metacarpalen: 5 die samen de middenhand vormen.
  • De carpale beenderendat zijn de 8 beentjes die de pols vormen. Deze beentjes staan langs de ene zijde in verbinding met de metacarpalen en aan de andere kant met de onderarmbeenderen, de radius (spaakbeen) en de ulna (ellepijp).

Spieren, gewrichtsbanden en pezen

Daarnaast zijn er heel veel spieren, gewrichtsbanden en pezen in de hand te vinden. Spieren zijn structuren die samentrekken of ontspannen, dit laat toe dat de beenderen in de hand kunnen bewegen ten opzichte van elkaar.
De pezen zijn de structuren die uit de spier ontstaan en vervolgens op en in de botuiteinden gaan vasthechten. Ze zorgen voor een stevige overgang tussen het spierweefsel en het bot.

De ligamenten (gewrichtsbanden) en de bindweefselstructuren zorgen voor een verbinding tussen de verschillende beenderen onderling.

Ook bij spieren spreken we over intrinsieke en extrinsieke spieren. Intrinsieke spieren zijn kortere spieren die beginnen en eindigen in de hand. Dit zijn bijvoorbeeld de spieren die ervoor zorgen dat we de vingers kunnen spreiden en sluiten.

Extrinsieke spieren zijn een stuk langer zijn. Zij beginnen in de onderarm en lopen dan met lange pezen over de hand, vooral naar de vingers. Dit zijn bijvoorbeeld de spieren die de pols en de vingers strekken en buigen.

Zenuwen

Zenuwen sturen de spieren aan en zorgen voor gevoel in de hand. Er bevinden zich drie belangrijke zenuwen in de hand: de medianus, ulnaris en radialis. Elke zenuw zorgt voor een ander stukje van de hand. Wanneer één zenuw problemen geeft, kan dit zorgen voor tintelingen, een doof gevoel of uitval van spieren in een deel van de hand.

Carpale tunnel

Een belangrijk onderdeel van de hand is de carpale tunnel. Dit is een soort gootje dat gevormd wordt door de handwortelbeentjes. Daaroverheen ligt een stevige band. Door de tunnel lopen negen pezen en de medianus zenuw. Wanneer deze zenuw in de verdrukking komt en klachten geeft, is er sprake van het carpale tunnelsyndroom.

Problemen aan de hand en pols

Een carpal tunnel syndroom (CTS) wordt veroorzaakt door een verhoogde druk op een zenuw (nervus medianus) in uw polskanaal, ook wel carpal tunnel genoemd.

Een carpal tunnel syndroom is een veel voorkomende aandoening, zowel bij mannen als bij vrouwen. Het wordt meer gezien bij mensen met suikerziekte, schildklieraandoening, rheuma. Ook bij zwangeren kan dit regelmatig voorkomen. Dikwijls zijn er echter geen onderliggende problemen of aandoeningen.

Symptomen

De klachten zijn meestal voosheid en tintelingen in de hand en soms ook gepaard het pijnklachten. De klachten zijn meestal gesitueerd aan de duim, wijsvinger, middenvinger en ringvinger of een deel hiervan. Op termijn kan ook de fijne motoriek en de kracht aangetast worden. Meestal zijn de klachten voornamelijk ’s nacht aanwezig en leiden ze tot een slechte nachtrust. Ook bepaalde activiteiten overdag zoals fietsen, lezen,… kunnen tot deze klachten leiden.

Diagnose

Meestal kan de diagnose al op de raadpleging gesteld worden aan de hand van de klachten van de patiënt en het klinisch onderzoek door de arts. Indien nodig kan een zenuwonderzoek (EMG) worden aangevraagd om de diagnose te bevestigen.

‍Behandeling algemeen

Pijnmedicatie (ontstekingsremmers), aanpassing van activiteiten of houding, nachtspalk kunnen soms leiden tot beterschap van de klachten. Zeker in het begin van de aandoening kunnen de klachten verholpen worden met een inspuiting met cortisone.

UIteindelijk zal dikwijls een operatie (Carpal Tunnel ingreep) nodig zijn om definitief van de klachten verlost te zijn.

Een polscyste is een zwelling aan de pols. Deze kan zowel aan de bovenzijde (dorsaal) als aan de onderzijde (volair) voorkomen. Ze bestaan uit een dunne wand dat gevuld is met vocht afkomstig vanuit het polsgewricht.

Symptomen

Een polscyste komt heel frequent voor en meestal zonder onderliggende oorzaak. Dikwijls veroorzaken ze geen pijnklachten en hoeven dus geen behandeling. Als de cyste echter groter wordt, kunnen pijnklachten ontstaan.

Diagnose

De diagnose wordt meestal op raadpleging gesteld op basis van het klinisch onderzoek en het typisch beeld van de polscyste. Indien nodig kan nog een bijkomende echografie worden aangevraagd ter bevestiging.

‍Behandeling algemeen

Een polscyste moet enkel behandeld worden als deze te groot geworden is en pijnklachten of bewegingsbeperkingen veroorzaakt. Het leegprikken van de cyste is meestal maar een tijdelijke oplossing.

Meestal wordt toch overgegaan tot een operatieve verwijdering van de polscyste.

De ziekte van Dupuytren is een goedaardige aandoening waarbij knobbels in de handpalm, net onder de huid, worden gevormd. De knobbels kunnen met elkaar verbinden en zo strengen vormen in de handpalm en de vingers krom trekken. Dikwijls gaat het hier om een erfelijke aandoening waarbij meerdere mensen in een familie aan deze aandoening lijden. De aandoening komt veel meer voor bij mannen en is van Noord-Europese oorsprong. Vooral de pink en de ringvinger worden hierdoor aangetast. De eerste symptomen beginnen meestal vanaf de leeftijd van 40jaar

Symptomen

De eerste symptomen van de ziekte zijn, meestal pijnloze, kleine knobbels of verhardingen in de handpalm. Naarmate de ziekte evolueert ontstaan progressief strengen in de handpalm en over de vingers. Die strengen zullen ervoor zorgen dat de vingers geleidelijk krommer worden getrokken en hierdoor niet meer volledig gestrekt kunnen worden. Dit zal natuurlijk zorgen voor een slechtere functie van de hand bij dagdagelijkse activiteiten.

Diagnose

De diagnose van de ziekte wordt op de raadpleging gesteld op basis van het klinisch onderzoek.

‍Behandeling algemeen

De ziekte zelf kan tot op heden nog niet worden genezen. Dit wil zeggen dat een preventieve behandeling voor de ziekte geen zin heeft. Enkel als de vingers krom getrokken zijn en hierdoor last ontstaat bij activiteiten is een behandeling aangewezen. De ziekte kan niet verbeteren door medicatie of kinesitherapie. 

Bij operatieve behandeling van de ziekte van Dupuytren wordt aangetast weefsel in de handpalm en/of vingers (deels) verwijdert.

 

Symptomen

Dit is een veel voorkomende aandoening aan de hand waarbij een verspringend gevoel ontstaat bij het strekken van de aangetaste vinger. Soms is de vinger in een buigstand geblokkeerd en moet deze manueel met de andere hand terug rechtgetrokken worden. Dit gaat meestal gepaard met een pijnscheut. Dikwijls is er ook pijn en een knobbel voelbaar aan de basis van de vinger, in de handpalm. 

De aandoening wordt veroorzaakt door een ontsteking van de buigpees van de vinger. Het wordt meer gezien bij mensen met suikerziekte en reuma maar kan bij iedereen voorkomen.

Diagnose

De diagnose wordt meestal op de raadpleging gesteld aan de hand van de klachten van de patiënt en het klinisch onderzoek. Indien nodig kan nog bijkomend een echografie worden aangevraagd om de diagnose te bevestigen.

‍Behandeling algemeen

In het begin van de aandoening kunnen ontstekingsremmers en rust soms helpen. Indien onvoldoende kan nog bijkomend een inspuiting met cortisone worden gegeven. Indien dit onvoldoende is of als de klachten snel terugkomen gaan we meestal over tot een ingreep. Deze gebeurt via dagopname. Het is de bedoeling om na de ingreep de vinger snel terug te bewegen en te gebruiken. Meestal rekenen we toch op een 6-tal weken rust waarbij best geen zware krachtinspanningen gebeuren.

Artrose van de duimbasis is een aandoening waarbij het kraakbeen een de botjes aan de basis van de duim verdund is of zelfs helemaal verdwenen is. Door de artrose ontstaat een ontsteking en vooral pijn.

Artrose aan de duimbasis komt meer voor bij vrouwen en dit al vanaf de leeftijd van 40jaar. Soms kunnen langdurige repetitieve bewegingen van de duim en bepaalde werkomstandigheden de artrose versnellen. Ook kan een erfelijke achtergrond aanwezig zijn.

Symptomen

Meestal zijn de klachten vooral pijn een de duimbasis en pijn bij bepaalde grijpbewegingen (openen van fles of bokaal, knopen van een hemd,..) evenals verminderde bewegelijkheid van de duim. Hierdoor verslechtert de functie van de hand en zien we meestal een uitwendige zwelling aan de duimbasis. Als de artrose verder verergert ontstaat een misvorming van de duim.

Diagnose

De diagnose wordt gesteld aan de hand van het klinisch onderzoek en via beeldvorming (RX of CT).

De behandeling bestaat in de beginfase uit rust, pijnstilling en een duimbrace.  Indien dit onvoldoende is, kan op de raadpleging een inspuiting met cortisone of gel worden gegeven tegen de pijn.

Als de klachten hiermee onvoldoende onder controle zijn of snel terugkomen wordt een operatie meestal noodzakelijk.

Er zijn 2 soorten ingrepen mogelijk, afhankelijk van de ernst van de artrose. Ofwel wordt het botje, dat met artrose is aangetast, verwijderd en vervangen door een eigen pees van de voorarm (Burton Pellegrini ingreep) ofwel wordt het gewrichtje aan de duimbasis vervangen door een prothese.

Voor beide ingrepen wordt aangeraden om één nacht te blijven, vooral om de pijnklachten de eerste nacht goed te kunnen behandelen. Na de ingreep wordt een gips aangelegd. Na de gips mag de duim weer progressief normaal gebruikt worden, wel in het begin met een beschermende brace. De eerste 2 maanden worden zwaardere krachtsinspanningen best vermeden.

‍Behandeling algemeen

In het begin van de aandoening kunnen ontstekingsremmers en rust soms helpen. Indien onvoldoende kan nog bijkomend een inspuiting met cortisone worden gegeven. Indien dit onvoldoende is of als de klachten snel terugkomen gaan we meestal over tot een ingreep. Deze gebeurt via dagopname. Het is de bedoeling om na de ingreep de vinger snel terug te bewegen en te gebruiken. Meestal rekenen we toch op een 6-tal weken rust waarbij best geen zware krachtinspanningen gebeuren.

Orthopedische chirurgen gespecialiseerd in hand- en polsletsels

dr. Ramzi Haraké

dr. Ramzi Haraké

orthopedisch chirurg

Informatiebrochures

Bestand
Handchirurgie (190.91 KB)
Bestand
Handrevalidatie (150.83 KB)

Behandelingen

Carpale tunnel ingreep

Dit is een ingreep waarbij we de zenuw in het polskanaal meer ruimte geven. De ingreep gebeurt via dagopname. Na de operatie is het de bedoeling om snel te bewegen en de hand terug zo normaal mogelijk te gebruiken. Toch wordt na de operatie een periode van een zestal weken rust geadviseerd.

Springvinger / triggervinger

In het begin van de aandoening kunnen ontstekingsremmers en rust soms helpen. Indien onvoldoende kan nog bijkomend een inspuiting met cortisone worden gegeven. Als de klachten snel blijven terugkomen, gaan we meestal over tot een ingreep. Deze gebeurt via dagopname. Het is de bedoeling om na de ingreep de vinger snel terug te bewegen en te gebruiken. Meestal rekenen we op een zestal weken rust waarbij je best geen zware krachtinspanningen doet.

Operatieve verwijdering polscyste

Meestal wordt de cyste via een operatie verwijderd. Dit gebeurt via een dagopname. Na de ingreep wordt, indien nodig, een gips aangelegd voor een korte periode waarna je de pols terug normaal mag bewegen. Doorgaans kan je de eerste zes weken best krachtinspanningen vermijden. Een kleine percentage van de polscysten kunnen na een ingreep terugkomen.

Operatieve behandeling Dupuytren

De behandeling van de ziekte van Dupuytren bestaat uit het operatief (deels) verwijderen van het aangetast weefsel in de handpalm en/of vingers. Wel is het mogelijk dat na een operatie de knobbels en strengen na verloop van tijd terugkomen. De ingreep gebeurt doorgaans via dagopname. Na de ingreep wordt een wattenverband aangelegd rond hand. Dit verband blijft een week aan en verwijderen we op de raadpleging en vervangen we dan door een kleiner verband. Vanaf dan is het de bedoeling om de vingers terug te bewegen. Meestal duurt het toch een paar weken alvorens de wonden mooi genezen zijn. Indien nodig zal na de ingreep een nachtspalk worden aangemeten om de geopereerde vingers gestrekt te houden.‍‍