Gipsraadpleging

In de gipskamer behandelen gespecialiseerde verpleegkundigen patiënten met letsels aan het steun- en bewegingsapparaat. Bij deze letsels behoren botbreuken, maar ook spier- en peesproblematiek en wondzorg.
We behandelen verschillende ledematen die geïmmobiliseerd, gecorrigeerd of ondersteund moeten worden. Je kan vanuit verschillende disciplines naar de gipskamer doorverwezen worden, zoals de orthopedisch chirurg, plastisch chirurg, neurochirurg of spoedarts.

Gipsraadpleging gipskamer verband

Wanneer krijg je een gips?

Je wordt doorverwezen naar de gipskamer als je een botbreuk hebt, of als er sprake is van een ander letsel aan botten, gewrichten, pezen en spieren.

We bekijken samen met de arts welk soort gips het beste voor jou is, om het letsel zo goed mogelijk te laten genezen.

Onmiddellijk na het letsel wordt vaak een ‘open gipsverband’ aangelegd. Dit laat zwelling beter toe zonder bijkomende klachten te veroorzaken. Later (ongeveer na één week) wordt dit gipsverband meestal vervangen door een tweede ‘gesloten’ gipsverband. Op een open gips mag je nooit steunen.

Bij een ouder letsel of wanneer we vermoeden dat er geen ernstige zwelling zal optreden, leggen we meestal een gesloten gipsverband aan. Dit hoeft normaal gezien tijdens de behandelingsduur niet vervangen te worden.

Langdurige gipsverbanden bestaan meestal uit synthetisch gipsmateriaal. Dit is lichter en aangenamer om dragen. Deze synthetische gipsen mogen na 30 minuten al belast worden (op steunen of lopen). De patiënt levert hier zelf een kleine kostenbijdrage in, na ontvangst van de ziekenhuisfactuur.

Voor tijdelijke gipsen worden vooral kalkgipsen gebruikt. Deze zijn zwaarder en daardoor minder comfortabel. Op een kalkgips mag je pas na 48 uur steunen of lopen. De kosten voor deze gipsen worden volledig gedragen door het ziekenfonds.


Veelgestelde vragen

Het is belangrijk om regelmatig:

  • het ingegipste lidmaat in hoogstand te brengen
  • een bankje onder het ingegipste been te zetten dat minstens even hoog is als de stoel of zetel waarop je zit
  • een kussen onder de ingegipste arm te leggen
  • aangrenzende lichaamsdelen die niet in het gips zitten regelmatig te bewegen en te oefenen (vb. vingers, tenen, schouder, knie)
  • span de spieren onder het gips af en toe eens op (zeker deze van de dij als die mee ingegipst werd)

Met een gips mag je onderstaande zaken zeker niet doen:

  • het gipsverband nat laten worden; dit geldt zowel voor een kalk als een synthetisch gipsverband
  • steunen of lopen op een (half-) open gips 
  • vreemde voorwerpen in het gipsverband steken
  • watten van het gips plukken
  • het gips drogen door kunstmatige hitte
  • zelf knippen, snijden of zagen in het gips
  • scherpe voorwerpen gebruiken bij jeuk

Gips mag niet nat worden en moet altijd droog blijven. Daarom adviseren we om een douchehoes aan te schaffen.

Indien je gips ernstig nat, beschadigd, week is geworden of scheuren vertoont, adviseren we je om contact op te nemen met de gipskamer of onze spoeddienst. 

Als je last hebt van jeuk onder het gipsverband, dan kan je best:

  • met een haardroger lauwe/koele lucht achter het gips inblazen (geen hete lucht!)
  • eventueel bij de apotheker een spraypoeder bestellen.

Wanneer een bijzonder slecht ruikende geur uit het gips komt, moet je zo snel mogelijk naar de dichtstbijzijnde dienst spoedgevallen.

Wanneer het gips werkelijk oncomfortabel zit of pijn veroorzaakt omdat het gipsverband te vast of te los zit, moet je zo snel mogelijk naar de dichtstbijzijnde dienst spoedgevallen.

Wanneer je vingers of tenen gevoelloos, blauw, bleek, zeer koud of opgezwollen zijn, moet je zo snel mogelijk naar de dichtstbijzijnde dienst spoedgevallen.

Gipsraadpleging gipskamer rolstoel