Littekenbreuk
Hoe onstaat een littekenbreuk?
Littekenbreuken zijn altijd het gevolg van een eerdere operatie. Verschillende factoren kunnen het genezingsproces en de druk in de buik beïnvloeden, waardoor het risico op een littekenbreuk toeneemt. Roken, overgewicht, diabetes en het gebruik van immuunsuppressiva zijn hierbij belangrijke risicofactoren.
Symptomen
De meest voorkomende klacht is een zwelling op of rond het litteken, die groter wordt bij persen of hoesten. De ernst van de klachten hangt vaak samen met de grootte van de breuk. Grote breuken kunnen een zwaar of gespannen gevoel geven en soms zelfs huidproblemen veroorzaken. Pijn varieert en komt vooral voor bij kleinere breuken, waar het weefsel bekneld kan raken. Dit kan hevige pijn veroorzaken en leiden tot verstopping van de darmen, met symptomen zoals braken en een opgeblazen buik, wat een spoedoperatie kan vereisen.
Diagnose
De diagnose wordt vooral gesteld via lichamelijk onderzoek. Hierbij wordt gekeken naar de grootte van de opening, de toestand van de huid en of de breuk teruggeduwd kan worden. Een CT-scan geeft een goed overzicht van de buikwand en kan helpen om eventuele andere breuken op te sporen. Bij grote of complexe breuken kan een longarts of cardioloog betrokken worden, zeker bij eerdere gezondheidsproblemen.
Behandeling
De behandeling hangt af van de grootte en complexiteit van de breuk en de gezondheid van de patiënt. Eenvoudige breuken onder 10 cm zonder grote risicofactoren kunnen vaak via een kijkoperatie (laparoscopie) of robotchirurgie worden hersteld, meestal in dagopname.
Complexere breuken vereisen vaak een open operatie en soms een voorbereiding, zoals botuline-injecties in de buikspieren om de breuk te verkleinen. Ook is het belangrijk om risicofactoren zoals roken en overgewicht zoveel mogelijk aan te pakken voor een beter herstel.
Hoe verloopt een opname?
Op de dag van de operatie meld je je ’s morgens op het afgesproken tijdstip aan in het ziekenhuis. Voor vertrek naar de operatiekamer wordt gevraagd om te plassen, alle sieraden en hulpmiddelen af te doen, en een operatieschort aan te trekken. De duur van de ingreep hangt af van de complexiteit.
Na de operatie mag je niet direct eten of drinken, wel je mond spoelen. Een verpleegkundige controleert regelmatig je toestand en wonden, en zorgt voor je pijnbestrijding. Soms kan een éénmalige blaassonde nodig zijn als plassen moeizaam gaat. Je krijgt hulp bij het eerste opstaan omdat er mogelijk duizeligheid kan optreden. Je chirurg komt na de ingreep langs voor een update en om vragen te beantwoorden. Er wordt in overleg bepaald wanneer je naar huis mag.
Nazorg
Je krijgt instructies mee over wondverzorging, een afspraak voor controle bij je huisarts en chirurg en een voorschrift voor pijnmedicatie. De eerste twee weken mag je niet baden, enkel douchen. Gedurende vier weken na de ingreep mag je niet zwaar tillen en niet sporten. Je moet ook vier weken een buikband dragen, de eerste twee weken dag en nacht, daarna alleen overdag.
Afdelingen
Wil je graag meer informatie of een afspraak maken? Dan kan je terecht bij onderstaande afdeling(en).
Algemene en abdominale heelkunde
Meer weten over buikwandchirurgie?
Voor meer informatie kan je een kijkje nemen op de website van het Buikwandcentrum Limburg.