Gehooronderzoek (audiometrie)

Wanneer is een gehooronderzoek nodig? 

Een gehooronderzoek wordt meestal uitgevoerd bij klachten zoals: 

• Verminderd gehoor aan één of beide oren
• Moeite met verstaan in gezelschap of in lawaai
• Oorsuizen (tinnitus)
• Een vol of drukkend gevoel in het oor
• Plotse doofheid
• Opvolging van gekende gehoorproblemen of gehoorapparaten

Hoe verloopt het onderzoek? 

Je neemt plaats in de geluidsdichte cabine om achtergrondgeluiden uit te sluiten. Je krijgt een koptelefoon op of oordoppen in. Soms wordt er ook een beengeleider (trillingsapparaat) gebruikt om te testen of de gehoorproblemen in het binnenoor of in het middenoor veroorzaakt worden. 

Afhankelijk van je situatie kan je gehooronderzoek verlopen op basis van tonen of woorden. 

• Toonaudiometrie: Je krijgt via een hoofdtelefoon tonen te horen van verschillende hoogtes en volumes. Je geeft een signaal (op knop drukken, hand opsteken...) wanneer je een geluid hoort. Zo meten we je gehoordrempel.
• Spraakaudiometrie: Bij spraakaudiometrie hoor je woorden en herhaal je wat je hebt gehoord. Zo testen we hoe goed je spraak begrijpt.
• Tympanometrie: Hiermee testen we de beweeglijkheid van het trommelvlies en druk in het middenoor.
• Otoakoestische emissies (OAE): Dit onderzoek meet de werking van de haarcellen in het binnenoor. Deze test is volledig objectief en wordt vaak toegepast bij twijfel over de resultaten (bv. bij kinderen). 

Resultaten 

De arts bespreekt de resultaten meteen of op een volgende afspraak. Afhankelijk van de oorzaak krijg je advies over eventuele behandelingen zoals het verwijderen van een oorprop, het gebruik van een hoorapparaat of verder onderzoek.