Elleboogletsel (orthopedie)

De orthopedische chirurg stelt altijd eerst een diagnose door middel van een grondig onderzoek met indien nodig beeldvorming (radiologie). Op basis van de gestelde diagnose schrijft de gespecialiseerde arts een behandeling voor die kan bestaan uit bijvoorbeeld medicatie en/of kinesitherapie. Op een bepaald moment of bij bepaalde letsels zal een operatie nodig zijn.

De elleboog of het ellebooggewricht is het gewricht dat de verbinding vormt tussen de bovenarm en onderarm. Het is een bijzonder gewricht omdat het één bot in de bovenarm met twee botten in de onderarm verbindt. Het ellebooggewricht zorgt voor het buigen van de onderarm ten opzichte van de bovenarm en het draaien van de twee botten in de onderarm ten opzichte van elkaar.

De elleboog bestaat uit onderstaande elementen.

Botten en gewrichten

Het ellebooggewricht is opgebouwd uit drie beenderen: de bovenarm, het spaakbeen en de ellepijp. Naast hun onderlinge gewrichtsvorming vormen spaakbeen met het radiuskopje en de ellepijp ieder op zich ook nog een gewricht met de bovenarm. Je kan dus spreken van drie gewrichten binnen het éne ellebooggewricht. Deze complexe opbouw laat toe de arm te strekken, te buigen en te draaien om de lengteas. Het omliggende kapsel en de ligamenten verzorgen een groot deel van de stabiliteit van het gewricht. Deze zijn onmisbaar.

‍‍Spieren

Een gewricht kan niet actief bewegen zonder de juiste spieren. De bicepsspier verzorgt het buigen van de arm ter hoogte van de elleboog, terwijl de tricepsspier instaat voor het strekken. Tevens belangrijk zijn uitsteeksels, zowel aan de binnenkant en de buitenkant van de bovenarm waar respectievelijk de buigers en de strekkers van de vingers aanhechten. Deze aanhechtingen staan in de juiste volgorde bekend als plaatsen voor de golferselleboog en de tenniselleboog. Aan het achterste uitsteeksel van de ellepijp hecht de strekspier zich vast aan de elleboog, nl. de tricepspees.

Zenuwen

De bovengenoemde spieren moeten worden gestimuleerd door zenuwen. Aan de binnenzijde van de arm bevindt zich in de bovenarm een groeve waardoor de ulnariszenuw loopt, die bij een elleboogstoot een tinteling veroorzaakt in de ringvinger en de pink. De radialiszenuw loopt onder de spieren langs de buitenkant naar de onderarm, terwijl de medianuszenuw langs de voorzijde naar de onderarm loopt.

Bloedvaten

De laatste belangrijke structuren in de elleboog zijn de aders en slagaders, die instaan voor het overleven van de weefsels in de arm. Zij bevloeien onder andere de spieren en de beenderen. De oppervlakkige aders vormen een ideale plaats om bloed te trekken, terwijl de diepe aders en de slagaders samen lopen, veilig beschermd door de omliggende spiermassa.

Problemen aan de hand en pols

Een tenniselleboog (ook wel epicondylitis lateralis genoemd)wordt veroorzaakt door een overbelasting van de spieren en pezen van de voorarm die aan de buitenkant van de elleboog (laterale epicondyl) aanhechten. De ontsteking gebeurt aan de spieren en pezen die zorgen voor het strekken van de pols en vingers. De ontsteking is het gevolg van een chronische overbelasting en dikwijls ten gevolge van repetitieve bewegingen, zowel op het werk als recreatief.  In een later stadium kunnen zeer kleine scheuren (microscheuren) in de pees ontstaan en in een eindstadium kunnen de scheuren verder uitbreiden.

Symptomen

Mensen met een tenniselleboog ondervinden ook last bij dagdagelijkse activiteiten. Vooral wringbewegingen maar ook heffen van voorwerpen verloopt moeizamer en met pijn.

Diagnose

De diagnose wordt deels klinisch op de raadpleging gesteld aan de hand van specifieke klachten (pijn aan de buitenste knobbel van de elleboog en pijn bij het strekken van de pols tegen weerstand). Indien nodig zal nog bijkomend beeldvorming (RX, echografie, MRI) worden genomen om de diagnose te bevestigen.

‍Behandeling algemeen

De behandeling gebeurt initieel niet operatief met lokale ijsapplicatie, rust, ontstekingsremmers en kinesitherapie. Eventueel kan een brace helpen de pijnklachten te verbeteren.

Gezien het om een overbelasting gaat, is aanpassing van werk of sport omgeving belangrijk om een genezing te kunnen bekomen en een hervallen te vermijden.

Indien onvoldoende beterschap kan geopteerd worden voor een cortisone inspuiting rond de pees met als doel de lokale ontsteking te onderdrukken. Het aantal cortisone inspuitingen worden echter per jaar beperkt tot 2 à 3.

Meer en meer worden cortisone inspuitingen vervangen door PRP (Platelet Rich Plasma) inspuiting.  

Hierbij wordt een bloedstaal van de patiënt genomen, deze wordt op hoge snelheid gecentrifugeerd waardoor het plasma van de rest van het bloed wordt gescheiden. In dat plasma zitten veel bloedplaatjes en groeifactoren die kunnen zorgen voor de genezing van de zieke pees. Het bekomen plasma wordt dan in en rond de ontstoken pees ingespoten. Meestal worden 2 PRP inspuitingen gegeven, met een 2-tal weken tussen. De slaagpercentage ligt rond de 50 à 70%.

ESWT (extra corporeal shock wave) is eveneens een mogelijke behandeling voor een tenniselleboog. Hierbij wordt de doorbloeding van de pees door middel van shockgolven gestimuleerd om zo de genezing te bevorderen. Deze behandeling gebeurt op de dienst Fysische geneeskunde.

Indien de vorige behandelingen onvoldoende beterschap brengen, kan geopteerd worden voor een operatie.  Tijdens de ingreep wordt het ziek gedeelte van de pees verwijderd en wordt de pees terug aan het bot verankerd.

De ingreep gebeurt via dagopname. Na de ingreep wordt de elleboog soms gedurende een korte periode geïmmobiliseerd. Het genezingsproces kan 3 à 4 maanden duren.‍

Een golferselleboog (epicondylitis medialis) is een ontsteking aan de spieren en pezen van de voorarm die aanhechten aan de binnenzijde van de elleboog (mediale epicondyl). 

Meestal wordt de ontsteking veroorzaakt door een lokale overbelasting ten gevolge van repetitieve bewegingen op het werk of recreatief. De klachten kunnen ook ontstaan na een trauma.                    

De aangetaste spieren en pezen zorgen voor het buigen van de pols en vingers. Als de ontsteking verder evolueert kunnen (micro)scheuren in de pees ontstaan.

Symptomen

Mensen met een golferselleboog hebben pijn aan de beenderige knobbel aan de binnenzijde van de elleboog. Ook bij dagdagelijkse activiteiten, zoals wringen of poetsen van ramen, ondervinden ze krachtsvermindering en pijn.

Diagnose

De diagnose wordt deels klinisch op de raadpleging gesteld aan de hand van specifieke klachten (pijn aan de binnenste knobbel van de elleboog en pijn bij het buigen van de pols tegen weerstand). Indien nodig zal nog bijkomend beeldvorming (RX,echografie, MRI) worden genomen om de diagnose te bevestigen.

‍Behandeling algemeen

De behandeling gebeurt initieel niet operatief met lokale ijsapplicatie, rust, ontstekingsremmers en kinesitherapie. Eventueel kan een brace helpen om de pijnklachten te verbeteren.

Gezien het om een overbelasting gaat, is aanpassing van werk of sport belangrijk om een genezing te kunnen bekomen en het hervallen te vermijden.

Indien onvoldoende beterschap kan geopteerd worden voor een cortisone inspuiting rond de pees met als doel de lokale ontsteking te onderdrukken. Het aantal cortisone inspuitingen worden echter per jaar beperkt tot 2 à 3.

Meer en meer worden cortisone inspuitingen vervangen door PRP (Platelet Rich Plasma) inspuiting vervangen.  Hierbij wordt een bloedstaal van de patiënt genomen, deze wordt op hoge snelheid gecentrifugeerd waardoor het plasma van de rest van het bloed wordt gescheiden.

In dat plasma zitten veel bloedplaatjes en groeifactoren die kunnen zorgen voor de genezing van de zieke pees. Het bekomen plasma wordt dan in en rond de ontstoken pees ingespoten. Meestal worden 2 PRP inspuitingen gegeven, met een 2-tal weken tussen. De slaagpercentage ligt rond de 50 à 70%.

ESWT (extra corporeal shock wave) is eveneens een mogelijke behandeling voor een golferselleboog. Hierbij wordt de doorbloeding van de pees door middel van shockgolven gestimuleerd om zo de genezing te bevorderen. Deze behandeling gebeurt op de dienst Fysische geneeskunde.

Indien de vorige behandelingen onvoldoende beterschap brengen, kan geopteerd worden voor een operatie.  Tijdens de ingreep wordt het ziek gedeelte van de pees verwijderen en wordt de pees terug aan het bot verankerd.

De ingreep gebeurt via dagopname. Na de ingreep wordt de elleboog soms gedurende een korte periode geïmmobiliseerd. Het genezingsproces kan 3 à 4 maanden duren.

 

De nervus Ulnaris is een zenuw die loopt in een tunnel (cubital tunnel) aan de binnenzijde van de elleboog, net achter het beenderige uitsteeksel. Wanneer de tunnel vernauwd is, wordt de zenuw ingeklemd en ontstaan klachten.

Verschillende factoren kunnen leiden tot vernauwing van het kanaal en inklemming van de zenuw: bepaalde langdurige houding, lokale druk op de zenuw, trauma, artrose of ontsteking van het ellebooggewricht, instabiliteit van de zenuw, verlittekening, …

Symptomen

Inklemming van de nervus Ulnaris zorgt voor voosheid en tintelingen aan de pink en ringvinger. Soms gaat het ook gepaard met krachtsvermindering.

Diagnose

De diagnose kan gesteld worden na klinisch onderzoek op de raadpleging. Bijkomend wordt meestal een zenuwonderzoek (EMG) aangevraagd ter bevestiging van de diagnose. Indien nodig en om andere oorzaken uit te sluiten is beeldvorming (RX, Echografie, MRI) soms aangewezen.

‍Behandeling algemeen

De niet-operatieve behandeling bestaat uit ontstekingsremmers of pijnstillers. Lokale druk op de zenuw aan de binnenzijde van de elleboog dient zoveel mogelijk vermeden te worden. Eventueel kan ’s nachts een brace gedragen worden om langdurige buiging van de elleboog te vermijden.

Indien hiermee onvoldoende beterschap kan geopteerd worden voor een operatie. Tijdens de ingreep wordt de zenuw vrijgelegd zodat er geen inklemming meer is ter hoogte van de tunnel aan de binnenzijde van de elleboog. Indien de zenuw na het vrijleggen niet mooi ter plaatse blijft, wordt de zenuw meer naar voor verlegd (anterieure transpositie). De ingreep gebeurt via dagopname. Het is de bedoeling om na de ingreep de elleboog snel te bewegen, enkel indien de zenuw tijdens de ingreep naar voor moet wordt verlegd zal na de ingreep gedurende een korte periode een gips aangelegd worden. Het kan wel tot een jaar duren alvorens de klachten volledig verwijden.

Orthopedische chirurgen gespecialiseerd in elleboogletsels

dr. Ramzi Haraké

dr. Ramzi Haraké

orthopedisch chirurg

Behandelingen

Conservatieve behandeling tenniselleboog en golferselleboog

  • De behandeling gebeurt initieel niet operatief met lokale ijsapplicatie, rust, ontstekingsremmers en kinesitherapie. Eventueel kan een brace helpen om de pijnklachten te verbeteren.
  • Gezien het om een overbelasting gaat, is aanpassing van werk of sport omgeving belangrijk om een genezing te kunnen bekomen en hervallen te vermijden.
  • Indien de bovenstaande behandelingen onvoldoende blijken, dan kan er geopteerd worden voor een cortisone inspuiting rond de pees met als doel de lokale ontsteking te onderdrukken. Het aantal cortisone inspuitingen is per jaar beperkt tot 2 à 3.

ESWT (extra corporeal shock wave)

ESWT (extra corporeal shock wave) is een mogelijke behandeling voor een golferselleboog. Hierbij wordt de doorbloeding van de pees door middel van shockgolven gestimuleerd om zo de genezing te bevorderen. Deze behandeling gebeurt op de afdeling fysische geneeskunde.

PRP (platelet rich plasma) inspuiting

Meer en meer worden cortisone inspuitingen vervangen door PRP (platelet rich plasma) inspuiting. Hierbij wordt een bloedstaal van de patiënt genomen, deze wordt op hoge snelheid gecentrifugeerd waardoor het plasma van de rest van het bloed wordt gescheiden. In dat plasma zitten veel bloedplaatjes en groeifactoren die kunnen zorgen voor de genezing van de zieke pees.

Het bekomen plasma wordt dan in en rond de ontstoken pees ingespoten. Meestal worden 2 PRP inspuitingen gegeven, met een tweetal weken tussen. De slaagpercentage ligt rond de 50 à 70%.

Operatieve behandeling van de tenniselleboog en golferselleboog

Indien de vorige behandelingen onvoldoende beterschap brengen, kan geopteerd worden voor een operatie. Tijdens de ingreep verwijderen we het ziek gedeelte van de pees en wordt de pees terug aan het bot verankerd.

De ingreep gebeurt via dagopname. Na de ingreep wordt de elleboog soms gedurende een korte periode geïmmobiliseerd. Het genezingsproces kan 3 à 4 maanden duren.

Operatieve behandeling inklemming n.ulnaris

Tijdens de ingreep wordt de zenuw vrij gelegd zodat er geen inklemming meer is ter hoogte van de tunnel aan de binnenzijde van de elleboog. Indien de zenuw na het vrij leggen niet mooi ter plaatse blijft, wordt de zenuw meer naar voren verlegd (anterieure transpositie). De ingreep gebeurt via dagopname. Het is de bedoeling om na de ingreep de elleboog snel te bewegen, enkel indien de zenuw tijdens de ingreep naar voor moet wordt verlegd zal na de ingreep gedurende een korte periode een gips aangelegd worden. Het kan wel tot een jaar duren alvorens de klachten volledig verdwijnen.